oude van dagen


oude van dagen 1.0

iemand van hoge, gevorderde leeftijd; persoon op leeftijd; bejaarde; oudere; senior

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een oude van dagen…

is een persoon

  • [Leeftijd] is van gevorderde leeftijd, meestal boven de 70

    Algemene voorbeelden


    Vrijdagnacht liep er een oude van dagen in Sorbonne. Ik schatte hem 75. De man had zilvergrijs achterovergekamd haar en droeg een onbestemd grijs pak. Wat opviel was zijn sprekende, komische kop. De oude van dagen vlinderde van meisje naar meisje alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.

    Algemeen Dagblad,

    Het virus, dat voor het eerst in de jaren dertig in Uganda werd geïdentificeerd, is gewoonlijk niet echt gevaarlijk voor mensen. Maar bij kinderen en ouden van dagen kan het dodelijke hersenvliesontsteking veroorzaken.

    Nederlands Dagblad,

    Ik weet inmiddels dat ik een van de weinige mannen ben die hun plaats in de metro nog afstaan aan vrouwen en ouden van dagen.

    NRC,

    Van Oostende tot Arlon kon je opstappen, ouden van dagen zelfs tegen een gereduceerd tarief, en zonder overstap spoorde je naar het hart van Luxemburg.

    Het goddelijke monster, Tom Lanoye,